In de voorgaande gesprekssimulaties oefende u met begrijpelijke communicatie. Op deze pagina staan de belangrijkste adviezen op een rij.
Normaliseer het probleem van moeite hebben met lezen en schrijven en/of moeite hebben met het begrijpen van medische informatie. Dat is belangrijk, omdat schaamte een rol kan spelen. Zeg bijvoorbeeld: “We weten dat veel mensen moeite hebben met het invullen van formulieren. Hoe is dat voor u?”
Verwacht geen basiskennis over ziektes en het functioneren van het lichaam.
Wees alert op overschatting. Geef de patiënt niet te veel informatie in één keer.
Gebruik eenvoudige taal:
Sluit aan bij het taalgebruik van de patiënt
Gebruik korte zinnen
Gebruik eenvoudige woorden en geen medische termen
Gebruik concrete taal zonder spreekwoorden, beeldspraak of abstracties
Maak geen uitstapjes in uw verhaal
Stel open vragen.
Geef maximaal drie boodschappen en herhaal die aan het eind van het gesprek. Veel artsen en verpleegkundigen willen graag volledig zijn maar voor patiënten met beperkte gezondheidsvaardigheden is het doseren van informatie belangrijk.
Maak gebruik van de terugvraagmethode om te controleren of u het goed heeft uitgelegd. Als de patiënt in eigen woorden kan vertellen wat er besproken en afgesproken is, heeft u het goed gedaan.