U vertelt de patiënt dat een keuze moet worden gemaakt.
U informeert de patiënt over de mogelijke behandelingen en de voor- en nadelen ervan.
U en de patiënt bespreken wat de patiënt belangrijk vindt en wat zijn/haar voorkeuren zijn.
U neemt samen met de patiënt een beslissing.
(Bron: Stiggelbout, Pieterse & De Haes, 2015)
Deze stappen hanteren we ook in de gespreksscenario’s waarmee u het samen beslissen kunt oefenen. Naarmate u meer geoefend bent, kunt u creatief omgaan met de vier stappen en variëren in de volgorde.